Bewegen/peuters

Jonge kinderen leren door middel van bewegen, ontdekken en zelf doen. Muziek met peuters betekent daardoor vanzelf: bewegen erbij!

BEWEGINGSSPELLETJES

INHOUD: 1.De 7 sprong 2. Berenbotje/Amerika 3. We maken een kringetje 4. De kikkertjes 5. Visje 6. Wie niet lopen wil 7. De wielen van de bus 8. Een treintje 9. Hop hop hop 10. Zo gaat de molen 11. Beren en muizenmuziek

11.BEREN EN MUIZENMUZIEK

1375915210          images

SPEL: De muizenmuziek klinkt eerst, de beren letten goed op wanneer zij erbij mogen komen. Samen lopen/dansen ze verder tot… iedereen moe is en op de slaapmuziek gaat slapen. Opnieuw klinkt de muizenmuziek enz..

 

Bron; Raimond Lap/do re mo/Cd;Hallo Kleutertje/Pink rec./HSN music Handel/Watermusic/Trevor Pinnock/Archiv

10. ZO GAAT DE MOLEN de molen de molen. Zo gaat de molen de mo-len. Zo gaan de wieken enz.

egore911_windmill

IN DE KRING: Een heel bekend liedje. de handen draaien langzaam bij de molen en snel bij de wieken. 

VARIATIE: de voeten lopen langzaam bij de molen en snel bij de wieken. Dit kan op de plaats in de kring of aan de tafel.

BEWEGEN door de ruimte: Langzaam lopen en rennen. 

TEKST IMPROVISATIE: Kunnen de kinderen wat anders verszinnen bij MOLEN ? (voeten/handen/honden/katten/fietsen enz) Uitbeelden wat er verzonnen wordt.

9. HOP HOP HOP paardje in galop. Over stok en over stenen maar pas op breek niet je benen. Hop hop hop hop hop .. paardje in galop

galloping-horse

BEWEGEN EN STOPPEN: Wanneer de leerkracht zingt bewegen de kinderen door de ruimte. Kunnen ze al in galop? Wanneer de leerkracht stopt met zingen stoppen de kinderen met bewegen. Even uitblazen. 

Tussendoor tijdens de rust klakken met de tong. (zoals het paard loopt)

VARIATIE: i.p.v. zingen kan de leerkracht nu een galop spelen op een trom. De kinderen bewegen. Stopt de muziek dan staan de kinderen stil. 

Tussendoor kun de kinderen even rusten en zitten en het liedje meezingen met de leerkracht.

8. EEN TREINTJE GING UIT RIJDEN van Amsterdam naar Rotterdam en achter al die raampjes daar zaten zoveel kindertjes en die deden zo en die deden zo achter al die raampjes en die deden zo en die deden zo. Zie za zo.

toy-engine

UITBEELDEN: De kinderen staan achter elkaar, handen op de schouders en rijden in de trein. Spreek van te voren de gebaren af met de kinderen.

VARIATIE: Maak een paar haltes (hoepels) waar kinderen staan die mee willen met de trein. Wanneer de trein stopt hoor je shhh.. (deur open) 

7. DE WIELEN VAN DE BUS die draaien rond, draaien rond, draaien rond. De wielen van de bus die draaien rond als de bus gaat rijden

schoolbus

Populair lied waarop je tekstimprovisatie kunt toepassen. Uitbeelden met de handen. 

VARIATIE: Met hoepels. Elk kind 1 hoepel. Ze staan erin, dat is de bus. Spring eruit, erin, ernaast enz.

Pak de hoepel (stuur) en zing: Het stuur van de bus gaat heen en weer. De kinderen rijden door de ruimte. 

Met de hoepel rollen (Blijf bij je hoepel!) De wielen van de bus die draaien rond enz.

In de hoepel staan: Vraag aan een kind: Hoe klinkt de toeter van jouw bus? Elk kind laat om de beurt zijn toeter horen. Dan zingen we: De toeter van de bus doet enz.

In de hoepel staan: uitbeelden met de armen. De wissers van de bus gaan heen en weer enz. 

6. WIE NIET LOPEN WIL wie niet lopen wil wie niet lopen wil sta stil. 2x

shokunin_Walk_cycle_boy

BEWEGEN EN STOPPEN: Een klassieker volgens mij. Lekker bewegen en de kinderen verrassen met nieuwe bewegingen. En nieuwe manieren van stoppen. B.v. zit stil of lig stil. 

Wat oudere kinderen kunnen zelf een beweging verzinnen. 

Kunnen de kinderen bewegen en zingen tegelijk? Laten horen.

5. VISJE VISJE in het water. Visje visje in de kom. Visje visje kan niet praten. Visje visje draai je eens om.

fish-carib

ZANG EN SPEL: Liedje zingen en uitbeelden. Kan met alleen de handen of staand in de kring met omdraaien..

4. DE KIKKERTJES de kikkertjes zijn aardig om te zien. 2x Koewakwakwak enz.

Froggy

Geen staartjes geen staartjes geen staartjes hebben zij 2x

Geen oortjes enz.

In’t hoge graag in’t lage gras daar springen de kikkertje rond 2x

ZANG EN BEWEGING: De tekst uitbeelden. Bij het refrein Koewakwakwak springen de kinderen als kikkers rond. Dan weer stilstaan en zingen en uitbeelden.

3. WE MAKEN EEN KRINGETJE van jongens en van meisjes. Wij maken een kringetje van tra la la. Maak nu een buiging 2x Bij de hand bij de hand pak je vriendje bij de hand 2x

Hans_Thoma_003

ZINGEN EN DANSEN: Zingen en buigen. 1 of 2 kinderen in de kring zoeken een vriendje om mee te dansen. Opnieuw het liedje zingen met 2 andere kinderen. Tot iedereen gedanst heeft.

2. BEREND BOTJE ging uit varen met zijn scheepje naar Zuid Laren. De weg was recht, de weg was krom. Nooit kwam Berend Botje weer om, 1,2,3,4,5,6,7 waar is Berend Botjde gebleven. Hij is niet hier, hij is niet daar. Hij is naar Amerika

images

Ik combineer deze 2 liedjes vaak met elkaar. eerst het lange verhaal van Berend botje (met uitbeelden) dan het springerige Amerika.

AMERIKA Amerika 3 maal in de rondte van je hopsa sa. 2x

BEWEGEN: Springen bij Amerika en handen draaien of zelf ronddraaien bij 3x in de rondte. Bij hopsa sa springen.

1414080898

1. DE ZEVENSPRONG Een kringdans waarbij je je op het eind in 7 stappen klein maakt. 

HEB JE AL GEHOORD VAN DE ZEVEN DE ZEVEN, heb je al gehoord van de zevensprong. Ze zeggen dat ik niet dansen kan. Ik kan dansen als een edelman. Dat is 1 voet naar voren Dat is 2 andere voet erbij Dat is 3 op 1 knie Dat is 4 op 2 knieën Dat is 5 Op 1 elleboog Dat is 6 Op 2 ellebogen Dat is ze-ven Met je neus op de grond.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s