INHOUD: 1. Experimenteren met geluid. 2. Vervolg  3. Gehoorspelletjes/groep  4.Gehoorspelletjes/individueel 5. De heks van Dovenetel/ griezelgeluiden 6. De muziekhoek

6. DE MUZIEKHOEK IN DE KLEUTERKLAS

Zelfstandig werken met muzikale middelen. Kijk het volgende inspirerende filmpje van Christiane Nieuwmeijer over muziek geïntegreerd in het spel in de kleutergroep.

5. DE HEKS VAN DOVENETEL/GRIEZELGELUIDEN

Voordat je het lied gaat zingen kun je de kinderen griezelgeluiden laten bedenken. 1. Met je stem en handen/voeten 2. Op instrumenten of met divers materiaal.

GESPREKJE: Het wordt een lesje in onderzoeken van geluid. Houd eerst een gesprekje over enge geluiden. En vraag wanneer iets eng is. Dan komt het woordje STILTE vast ook aan bod. Gebruik vervolgens de stilte in het muziekstukje dat je gaat maken met de kinderen.

“VERZAMEL en ONDERZOEK” met de kinderen vervolgens griezel geluiden. Kan goed met de stem en handen en voeten en divers materiaal of instrumenten dat een vreemd geluid kan geven. 

GRIEZELSTUKJE  Stel het stukje samen. Met zijn allen (b.v. spookgeluiden, van heel zacht naar hoog of hard) STILTE tussendoor en dan een paar solo geluiden. Dan weer met zijn allen eindigen bijvoorbeeld. Geef de kinderen inbreng in hoe het stukje gaat worden. Is het spannend genoeg? Moet er nog wat anders? Moet er nog wat bij?

TIP: Vertel je een griezelverhaal, laat een paar kinderen bijpassende geluiden maken. Als in een hoorspel. Of verzin met de kinderen een griezelverhaal. Werkwijze zie hierboven.

4. GEHOORSPELLETJES/INDIVIDUEEL. Het Montessorionderwijs heeft mooi materiaal om het gehoor te oefenen. De bellen en de gehoorkokers.

DE GEHOORKOKERS, dit materiaal spreekt voor zich. Zoek 2 dezelfde geluiden bij elkaar. (rood bij blauw) Van grof naar een fijn geluid.

Wanneer je niet de beschikking hebt over deze kokers, kun je het wel zelf maken, door dezelfde busjes te zoeken en ze twee aan twee te vullen met hetzelfde materiaal, van fijn naar grof of van zacht naar hard. 

Variatie: Zorg voor 8 dezelfde busjes en divers materiaal. Laat 2 kinderen zelf de kokers vullen en zo zelf een geluidsspel maken. (2 kralen, watten, 2 spijkers enz.)

DE BELLEN/KLANKSTAVEN

A.DEZELFDE TOON en VAN LAAG NAAR HOOG. Bij de bellen heb je 2 sets nodig of 2 sets klankstaven

     

ZOEK DEZELFDE. Bij de jonge kleuter kun je het best met bijvoorbeeld maar 4 bellen/staven beginnen.De kinderen spelen er op een en luisteren goed, zingen de toon na en zoeken dezelfde toon bij de andere set. (Bij de klankstaven kunnen ze het ook zien aan de lengte van de staaf.)

VAN LAAG NAAR HOOG. Gaat het vorige spel goed dan kunnen ze de 4 bellen/staven van laag naar hoog leggen.  

Daarna hetzelfde spel met 5 of 6 en later met de 7e en 8e toon.

B. VAN LAAG NAAR HOOG Je hebt genoeg aan 1 set bellen of klankstaven. Het kind zoekt eerst 4 tonen bij elkaar van laag naar hoog. Zingt ze ook na! (goeie gehooroefening) Daarna met meer bellen of staven tot het de toonladder kan spelen. Van laag naar hoog en van hoog naar laag. Wanneer je de groep het bellenlied hebt aangeleerd, kunnen ze proberen dit lied te spelen en te zingen.

Bellenlied gezongen door Misha 

3. GEHOORSPELLETJES MET DE GROEP. Goed voor de concentratie en muzikaal voorstellingsvermogen. 1.Variatie op tik tik tik wie ben ik: i.p.v. een stem herkennen probeert het kind (in het midden) een instrument te raden.

Van te voren een aantal instrumenten neerleggen, de namen noemen en laten bespelen. Kent iedereen de instrumenten? Dan kun je het spel gaan spelen.

Je kunt ook met de hele groep alvast oefenen. Allemaal de ogen dicht en een instrument (laten) bespelen. Vraag: was het de trom, was het de triangel enz. Vinger opsteken bij het juiste instrument.

                 

2. Hoeveel kinderen staan er achter mij? In het midden een kind met ogen dicht of blinddoek. De leerkracht wijst een kind aan die zo zacht mogelijk achter het kind probeert te gaan staan, eventueel nog een of twee kinderen erachter.

Hoeveel kinderen heeft het geblinddoekte kind gehoord? (Complimenten uitdelen aan het geblinddoekte kind als het goed gehoord heeft of aan de zacht lopende kinderen die niet gehoord zijn.)

3.Zitten of staan. 1 kind in het midden van de kring met ogen dicht. Op een teken van de leerkracht gaat iedereen op zijn hurken zitten. Heeft het kind in het midden gehoord wat er gebeurde?

Maak het moeilijker door meerdere keren te veranderen van positie. Je kunt ook een keer niets doen. (spannend voor de groep..) Heeft het kind dit in de gaten?

4. Lied in stukken. Neem een bekend lied. (Vader Jacob, Hoedje van papier of i.d.) Zing het eerst met zijn allen. Kent iedereen het goed?

Dan hakken we het liedje in stukken. Elk kind zingt een stukje (4 tellen) van het lied. 1 kind begint, 2e kind gaat verder na 4 tellen (va-der-ja-cob/of een twee drie vier..) Het 3e kind neemt het over enz.

Ga door tot elk kind geweest is. Uiteindelijk moet het echt klinken zoals het lied lied hoort, zonder teveel pauzes en  alle kinderen in dezelfde toonsoort

5.Ritme aan elkaar plakken. Eigenlijk hetzelfde spel als hierboven maar dan met het ritme van een bekend lied.

Belangrijk is om eerst met zijn allen te oefenen. Gaat het goed dan kun je verder.

Niet elke kleuter kan nog het juiste ritme klappen, misschien komt de tel er dan uit. Je kunt wel merken of de kinderen het lied in hun hoofd meezingen!

Anders mime je zachtjes mee als hulp. Goeie oefening voor het voorstellingsvermogen en samenwerken. Met elkaar bouw je het lied in stukken weer op.

EXPERIMENTEREN MET GELUID

2.VERVOLG Van nature spelen baby’s en peuters  om de eigenschappen van materiaal te ontdekken en om op deze manier een basis te leggen voor het kennen van de wereld om hen heen. 

Dus het bewust luisteren naar tegen elkaar tikkende stenen, klinkende elastiekjes, doosjes met zachte of harde, kleine of grote dingen erin vinden kinderen leuk en interessant om te doen.

Maar het is nog  een begin. Kinderen willen verder. Meer uitdagingen vinden. Zo’n ontdekdoos vraagt erom verder te gaan met “uitvinden” en zoeken naar nieuw materiaal.

Bijvoorbeeld snaardoosjes maken van divers materiaal en grootte. (Hoor het verschil) Of van divers materiaal een drumstel te maken enz enz !! Zijn er leerkrachten die leuke voorbeelden hiervan hebben, stuur een foto op dan plaats ik het bij dit onderwerp.

FOTO      FOTO     FOTO 

1.EXPERIMENTEREN MET GELUID: Peuters en kleuters moeten de gelegenheid hebben om te onderzoeken wat de eigenschappen van divers materiaal is (zacht,hard,ruw enz), of er geluid inzit en en hoe die geluiden ontstaan.

Met kosteloos materiaal en gewone gebruiksvoorwerpen kom je al een heel eind. Voor school groep 1/2 heb ik een onderzoek doos samengesteld. Bedoeld om in de klas te gebruiken als een van de “werkjes”.

Ik laat het dinsdag in de muziekles aan de kleuters zien. Daarna komt de doos in de klas. Ben nieuwsgierig of de kinderen werkelijk gaan onderzoeken.

Maken de kinderen een bellen armband? Stellen ze een mini drumstel samen? Ontdekken ze de klankkast voor het muziekdoosje? Hoe gebruiken de kinderen het elastiek? Ontstaan er rammeldoosjes? De “telefoon”(5) vraagt wel om introductie. Doen de kinderen iets anders dan ik had verwacht? Hopelijk wel natuurlijk…Wordt vervolgd