INHOUD: 1.Dubbel dubbel dit 2. Down down baby 3. Bim Bam 4. Aramsamsam 5. Advocaatje 6. Gehooroefeningen/ritme
6. GEHOOROEFENINGEN/ RITME: Hoewel alles wat je muzikaal doet een kwestie van gehoor oefenen is, hier nu een paar speciale concentratie gehooroefeningen die alleen maar lukken als je goed naar elkaar luistert.
A. RITME VOOR EN NA KLAPPEN (na apertje) Begin simpel: klap een eenvoudig ritme voor en de groep klapt na. Maak een opbouw in moeilijkheid. Om het tempo erin te houden en de concentratie vast te houden variaties aanbrengen. Bijvoorbeeld: klappen en stampen combineren of zacht en hard.
VARIATIES: deze zijn belangrijk om het spel voor de kinderen leuk te maken en zinvol voor jou. Nu pas kun je verder gaan en meer structuur aanbrengen. Ook kinderen erin betrekken en variaties door kinderen laten bedenken!
- Leerkracht klapt een ritme, een kind klapt na, de groep klapt na.
- Een paar kinderen voor de groep: een kind klapt een aantal ritmes (groep doet na) , dan het volgende kind enz.
- Speel op een instrument (trom/claves) voor, een groep kinderen hebben 2 stokjes om na te spelen (klinkt erg leuk)
- Ritme verdelen over de hele groep. Neem het ritme van een eenvoudig liedje dat iedereen kent. Bijvoorbeeld Vader Jacob. Elk kind klapt b.v. 2 tellen van het lied. Zo dat het ritme te herkennen is (!) vader-jacob-tellen Ook leuk om te doen met zang. Moeilijker wordt het als iedereen maar 1 tel klapt!
B.WIE SPEELT? SPEL. Kies 3 of 4 kinderen uit die elk een eigen ritme verzinnen. Kort en krachtig. De ritmes moeten wel van elkaar verschillen, want dat is de essentie van dit gehoorspel.
Voor de groep staan de kinderen die elk een eigen ritme hebben gekozen. Ze spelen/klappen hun ritme en de groep klapt ze na. herkent iedereen de ritmes? Nu draait 1 kind uit de groep zich om en wijst de leerkracht 1 van de kinderen aan om zijn/haar ritme te spelen. Wie speelde er?
Makkelijker wordt het wanneer er verschillende instrumenten gebruikt wordt. Moeilijker als er meer kinderen/ritmes zijn om uit te kiezen.
- Let op dat het kind zijn eigen ritme goed speelt en herhaalt!
C.DRUMSTEL Wij gaan het ritme van een drumstel nadoen met de groep.
DE TEL: De basis is altijd de tel: *1,2,3,4, 1,2,3,4 enz. Alsmaar door. (=hi hat) Met de achterkant van een potlood, zachtjes en gelijk!
KLEINE TROM: Een ander groep klapt op de 2 en 4e tel. (=kleine trom)
BASE DRUM: Een zwaar geluid op de 1- en 3, 4, stamp op de grond of klap op de tafel. (=basedrum) Goed oefenen in gelijk spelen!!
Bouw het ritme rustig op: eerst zachte potloodtikken als basis (de tel) dan de accenten op de 2 en 4 . Wanneer dat gelijk gaat de basedrum op de 1(2) en 3,4 . (Blijf tot 4 tellen, geef de 1 een iets hardere klank, zo weet je waar je bent en kan de basedrum op het juiste moment invallen) drumstel
SOLO; Gaat dit goed geef een kind een jembe of trom of claves (goed klinkende stokjes) en laat het kind solo’s spelen boven dit basisritme. Het moet wel in de maat blijven spelen! Simpel beginnen, met de tel bijvoorbeeld. Daarna ritmes erdoorheen proberen te spelen. Is best nog moeilijk voor een solist.
* De meeste drummers doen er nog een tikje tussen op de hi hats, 1e 2e 3e 4e Maar in de grote groep houden we het simpel en helder, 1,2,3,4
Dit filmpje is niet om mensen te ontmoedigen , maar wel geweldig om te zien !!
5.ADVOCAATJE ging op reis tiereliere liere. Advocaat ging op reis tierelierelom.
*REFREIN:Met zijn hoedje op zijn arm, tiereliereliere. Met zijn hoedje op zijn arm tierelierelom.
Bij een herberg bleef hij staan tierelier liere. Bij een herberg bleef hij staan tierelierelom. REFREIN
Stokvis kreeg hij bij’t ontbijt tiereliere enz….REFREIN
Graatje stak hem in de keel tiereliere enz. REFREIN
Zo stierf onze advocaat tiereliere enz. (langzaam zingen) REFREIN (Gewoon tempo)
Op zijn buikje groeit nu gras tiereliere enz. REFREIN (sneller worden…)
*Bij het refrein de volgende bewegingen.
Met zijn=Klap
Hoedje=Tik op het hoofd
Op zijn= Klap
Arm= Tik op je arm
4. ARAMSAMSAM aramsamsam koelie koelie koelie koelie koelie ramsamsam. *A-ra-vi, a- ra-vi koelie koelie koelie koelie koelie ramsamsam.
Bij elke zin/woord een andere beweging. Kun je met de groep bedenken. Bijvoorbeeld zo:
Aramsamsam= Kruisarmen en buigen
Koelie koelie enz.= Handen draaien om elkaar heen
Aravi enz.= Handen hoog
*Het lied kan ook in canon gezongen worden. Val in bij Aravi!
3. BIM BAM bim bam Billie billie bam. Billie bam billie billie bam Bim bam 2x
Bim bam Billie billie bam Billie bam billie billie bam Bim bam 2x
Bim=Klap
Bam= Knip
Billie= Op benen slaan
2.DOWN DOWN BABY
Aangepaste tekst: Down down baby down down the rollercoaster. Sweet sweet baby I never let you go. Gimmy gimmy chocopop gimmy gimmy pow .Gimmy gimmy chocopop gimmy gimmy pow.
Oma oma ziek in bed. Belde de dokter en de dokter zei:
Wat is het ritme van je hoofd? Ding dong!
Wat is het ritme van je handen (klap klap) 2x
Wat is het ritme van je voeten (stamp stamp) 2x
Wat is het ritme van van de hot-dog (heupen draaien) 2x.
Doe het bij elkaar en wat krijg je dan?
Ding dong/klap klap/ stamp stamp/ hotdog.
Ga weer terug en wat krijg je dan?
Dog hot/stamp stamp/klap klap/dong ding!
1.DUBBEL DUBBEL DIT DIT
Je kunt de tekst ritmisch zeggen of zingen.
Dubbel = So Dit = Mi Dat = Do. Handig lied om te solmiseren voor wie daar mee bezig is.
Dubbel dubbel dit dit/ dubbel dubbel dat dat. Dubbel dit dubbel dat/ Dubbel dubbel dit dat.
Dubbel = vuisten/ Dit = met de rug van de hand / Dat = handen klappen Handenklap spel. Met z’n tweeen tegenover elkaar. Zie You tube filmpje
Disclaimer; Ik heb mijn best gedaan alle rechthebbenden te bereiken en/of te noemen in de bronnen. De inhoud is niet commercieel. Mocht ik iets ten onrechte op de site gezet hebben neem dan contact met me op. Zie reactie formulier hieronder. (wordt niet gepubliceerd)