INHOUD: 1. Lentedansje   2. Kikkervisje 3. Er liggen bolletjes 4.Tjiep tjiep tjiep 5.Lammetje 6.Een koetje en een kalfje

6.EEN KOETJE EN EEN KALFJE (Herman Broekhuizen)

 

Gezongen met Nikki

Een koetje en een kalfje liepen in de wei/Toen kwam er een heel dik varkentje voorbij/Dat zei..dat zei.. geef dat kalfje maar aan mij/ Nee zei de koe boe boe boe 2x

LUISTEREN We beginnen het lied te zingen. De kinderen luisteren naar het verhaal. Begrijpen ze het? Stel er een paar vragen over en zing het nog eens.

ZINGEN: Dan kunnen de kinderen de koe spelen die zingt: Nee zei de koe boe boe boe 2x

Het hele lied heb je nu een aantal keren gezongen. Een oudste kleuter speelt het varkentje en zingt: Geef dat kalfje maar aan mij. Weer oefenen.

SPELEN:Tot slot de rolverdeling. De grote groep zingt het verhaal. Een kleuter is het varkentje en een paar kinderen de koe.

*Zing niet te laag, zodat de kinderen er met hun stem bij kunnen. Oefen eventueel met toonovernemen. Neurie de eerste toon en laat de kinderen meeneurien.

5.LAMMETJE (Herman Broekhuizen)

Gezongen met Nikki

Lammetje lammetje lammetje/ Kom toch eens over mijn dammetje/ Lammetje lief lammetje klein/ Wil je wel mijn vriendje zijn.

BEWEGEN: De kinderen pakken een knuffel en wiegen het heen en weer terwijl ze het liedje zingen.

Of twee aan twee een armpje en heen en weer

4.TJIEP TJIEP TJIEP (Annie Langelaar)

 

Gezongen met Nikki

Tjiep tjiep tjiep , tjiep tjiep tjiep/’tVogeltje zingt zijn mooiste lied/ Boven in de bomen is zijn nestje uitgekomen/ Tjiep tjiep tjiep tjiep tjiep tjiep/’t Vogeltje zingt zijn mooiste lied.

ZANG EN IMPROVISATIE Een mooi lied om kinderen hun eigen lied te laten zingen. Om de beurt laat een kind kort zijn lied horen (met tjiep of koekoek of tu tu tu)

Twee “vogels” praten met elkaar. Om de beurt.

RITME: Klap het Tjiep tjiep tjiep gedeelte en zing de rest. 

Kijk bij vogels voor meer lessen.

 

3. ER LIGGEN BOLLETJES (Herman Broekhuizen)

 

Gezongen met Nikki

Er liggen bolletjes in de grond te slapen, te slapen/ Er liggen bolletjes in de grond, overal in ’t rond/ Wakker worden wakker worden alle vogeltjes zingen/ Alle vogeltjes fluiten :zet de bloemetjes buiten

SPEL: Kinderen beelden uit wat gezongen wordt. Ze rollen zich op als bolletjes en “ontwaken ” langzaam als mooie bloemetjes. Een paar kinderen zijn de vogeltjes die de bolletjes wakker fluiten. (op fluiten of zingend)

ZINGEN en CONCENTRATIE: Na een paar keer luisteren en spelen kun je stuk voor stuk de zinnetjes aanleren. Bijvoorbeeld 4 groepen maken. Elke groep zingt 1 zin. Bij elkaar dus het hele lied. Gaat het goed dan de ruilen de groepen de zinnen. Uiteindelijk kennen de kinderen het lied wel. 

 

2.KIKKERVISJE   (Patricia ten Houten)

Voor mijn kleinkinderen Nikki, Misha, Sanne en Thomas

 

Gezongen met Nikki

TEKST: Ik zou wel als een kikker, als een visje, als een kikkervisje willen zijn.

Lekker slapen in het dril. Net zo lang als ik wil. Wakker worden met een staart. Zwem ik door in volle vaart. Eet ik planten en slaap op een blad. Krijg ik pootjes dat is dat.

Met mijn pootjes en kikkerbek. Ben ik geen vis meer dat is niet gek.

REFREIN: Nu kan ik springen, springen springen springen als ik mijn poten strek. 2x

TIPS: LUISTEREN EN KLAPPEN: Na een paar keer voorzingen vertellen de kinderen waar het liedje over gaat. De groep  kan bij de woorden SPRINGEN meeklappen.

BEWEGEN: Kies een paar “kikkers” uit die springen bij het refrein. De groep beeld op hun plaats, slapen uit, wakker worden en een staart, eten en de handen springen als een kikker. 

ZINGEN:De groep zingt de eerste regel mee en het refrein.

GEHEUGEN: In het middenstuk gebeurt veel.Je kunt plaatjes van DRIL, DONDERKOPJE,, PLANT, KIKKERTJE opzoeken en laten zien als geheugensteuntje voor de kinderen. In spelvorm: Welk plaatje komt eerst? enz…

1.Groep Blauw zingt een Lente dansje. (bron mij onbekend) Elly zingt solo.

 

Nog geen mp3

TEKST LIEDJE: De lente is weer in het land. Kinderen dansen* hand in hand. La la la la, la la la la , la la la la la la .

* Tekst improvisatie i.p.v. dansen: lopen, huppelen, springen enz.

BIJ BEWEGEN door het lokaal: De kinderen lopen (enz.) hand in hand bij de 1e helft van het lied. Bij la la la enz dansen ze met hun vriendje in het rond.

De kinderen lopen/huppelen… door het lokaal Bij tra la la la stilstaan en het ritme in de handen klappen. 

BIJ ZITTEN in de kring: 1e helft van het lied solo zang, 2e helft allen zingen en klappen.

BRON: De liedjes van Herman Broekhuizen zijn te vinden in “Liedjes met een hoepeltje erom”.

Disclaimer; Ik heb mijn best gedaan alle rechthebbenden te bereiken en/of te noemen in de bronnen. Mocht ik iets ten onrechte op de site gezet hebben of over het hoofd hebben gezien neem dan contact met me op. Zie het reactieformulier hieronder. (wordt niet gepubliceerd)