1. De rekenstokken  2. De rode stokken 3. De toonladder                                                

Bladmuziek: montessoriliedjes-pdf   M.R. Godefroy- van Mill uit 1930

3.DE TOONLADDER (makkelijk)

Op het Montessorimateriaal de 8 bellen of op 8 klankstaven ( toonladder van C) ) of op een xylofoon kun je het volgende lied spelen en zingen. Je kunt een groepsles geven om het lied aan te leren dat maakt straks het spelen makkelijker. Maar een individueel lesje voor de bellen/klankstaven/xylo is aan te bevelen. 

Individueel lesje:

INLEIDING: Voor je staan de bellen/klankstaven. Vertel het kind dat dit de 8 tonen zijn van een liedje. Je kunt zeggen: van de lage C (laten horen) tot de hoge C (laten horen). Laat het kind de tonen spelen. Weet het al van hoog en laag? Vraag of alle tonen hetzelfde klinken enz. 

ZINGEN EN SPELEN: Zing het lied voor en speel mee op de bellen. Heeft het kind gezien wat je speelde op de bellen? Zing en speel nog eens. Speel en zing nu een klein stukje voor: de eerste 4 maten. Het kind speelt het na. Ga verder tot de hoge C. Kan het kind de eerste zin al spelen en zingen? Herhalen, oefenen. Dan de tweede zin op dezelfde manier. 

Ik zing met mijn kleinzonen Misha (5) en Thomas (3) 3x het lied. 1e x allen en ik speel op de klankstaven, 2e x Misha zingt en ik speel, 3e x Misha zingt en speelt op de bellen.

2. DE RODE STOKKEN 

Het lied aanleren in de groep maakt straks het spelen op de bellen makkelijker. Bij dit liedje kan een kind zelf 2 namen noemen uit de groep. Het is natuurlijk leuk om ook echt de bruine trap en de stokken te pakken.

Individueel lesje:

INLEIDING: Zet 3 tonen apart bij de bellen/klankstaven/xylofoon. De tonen E F G. Vertel dat je met deze tonen een liedje kunt spelen en zingen. Zing en speel E F G. Kent het al hoog en laag?  Kan het kind de E meezingen? en de F en de G?  De tonen apart oefenen. Een gehooroefening voor het liedje. 

ZINGEN EN SPELEN: Zing en speel het liedje in zijn geheel voor. De eerste 4 maten heeft het motiefje dat 4x herhaald wordt. Wanneer een kind dit stukje goed kent kan het ook de rest van lied spelen. 

Speel en zing de eerste 4 maten voor. Het kind speelt het na. Gaat het goed dan zing jij het lied en speelt het kind het liedje mee. Daarna kan het oefenen met zingen en spelen.

Misha zingt en daarna probeert hij even een stukje te spelen

1.DE REKENSTOKKEN (moeilijk) 

Dit is best een moeilijk lied om te spelen, meer voor gevorderden. Maar zingen met de oudste kleuters gaat best. Het is een leuk lied om de rekenstokken onder de aandacht te brengen of om sommetjes op te geven. Of kinderen de sommetjes te laten bedenken. 

Bij moeilijke liedjes om te spelen haal ik de makkelijke stukjes uit het lied en leer dat het kind aan. Verder zing je het lied. Dan krijg je ZANG-INSTRUMENT/ZANG-ZANG  Is ook een leuke variatie bij andere liedjes. 

Een makkelijk stukje is bijvoorbeeld: Maat 17-20 “En nu moet je hier eens zien” : C C D E F G A. Dat kan een kleuter spelen. 

Zo klinkt het lied