In de onderbouw en middenbouw gebruikte ik vaak (kinder) volksdansen om de beweging erin te houden. En niet alleen daarom. De muziek is vaak vrolijk en energiek, goed voor de sfeer. De vorm is eenvoudig en herkenbaar met refreinen en herhalingen. Dat maakt het ook voor de dansbewegingen prettig om te doen. Je bent aan het luisteren, zingen en bewegen! (en samenwerken) 

Een van mijn muzikale doelen was dat kinderen structuren in muziek leerden herkennen, dat gaat heel goed met kinderdansen. Luisteren en bewegen, zo leer je snel en met plezier! (Mijn ervaring was dat kinderen er zoveel plezier aan beleefden.) 

Daarbij geven sommigen dansen kinderen de kans hun “kunsten” te laten zien en kun je dank zij de duidelijke structuur de groep zelf bewegingen laten bedenken en gezamenlijk uitvoeren.

Nog meer mogelijkheden: Instrumenten herkennen als je een cd hebt, maat of ritme meedoen met slaginstrumenten bij een refrein of zin enz. 

Volksdansen oubollig? Ja misschien wel, maar ontzettend leuk. 

Zie Dans en beweging OB en MB