INHOUD: 1. Muziekverhaal spelen/bewegen 2.Liedje Tjiep tjiep tjiep 3. Geluidenspel

3.GELUIDENSPEL: Herkennen van vogelgeluiden

Welke vogels hoor je?

De merel 

De huismus 

De houtduif 

De bosuil

 De volgende les is maar een voorbeeld. Je kunt naar eigen inzicht en die van de kinderen (!) met het liedje “spelen”. Dit kun je met elk willekeurig liedje op dezelfde manier doen.

2.LIEDJE: TJIEP  TJIEP TJIEP, tjiep tjiep tjiep. ’t Vogeltje zingt zijn mooiste lied. Boven in de bomen zijn d’eitjes uitgekomen. Tjiep tjiep tjiep, tjiep tjiep tjiep. ’t Vogeltje zingt zijn mooiste lied. (Componist mij onbekend. Bron: bundel van Annie Langelaar 1966)

Groep Violet zingt Tjiep tjiep tjiep 

Groep Indigo verzint variaties

HET AANLEREN VAN HET LIED: Na een keer voorzingen vraag ik aan de kinderen wie de vogel wil zingen (tjiep tjiep tjiep). Gelijk met het tjiep geluid doet mijn hand een snaveltje na. Op deze manier zingen de kinderen beurtelings met mij.

Wie kent na een paar keer de tekst al? Wat gebeurt er in het liedje? Nu zijn er 2 groepen, de vogels en de “zangers”.

STEMOEFENING: Je maakt het geluid van een vogel, kinderen imiteren. Een aantal keren, gevarieerd. ( als een mus, duif, koekoek, zelf verzonnen..)

Daarna verzinnen de kinderen om de beurt het geluid van een vogel (klein, groot, zingend, piepend enz) De hele groep zingt de vogel na, zolang de concentratie dit toestaat.

BEWEGING: Het lied bestaat uit 3 zinnen. (A B A) maak gebruik van de structuur. Kijk of de kinderen de ABA vorm herkennen. Opdracht: bij de A vorm (tjiep…) verzinnen alle kinderen een beweging. Zing het lied met elkaar. Kies een kind eruit en laat het in het midden zijn beweging zien terwijl de groep het lied nogmaals zingt. Met zijn allen dezelfde beweging verzinnen voor zin B (boven in …) dit is prettig voor de structuur. Herhalen.

INSTRUMENTEN: Gebruik weer de ABA vorm. A=solo instr. B= allen op b.v. stokjes. Of haal Tjiep tjiep tjiep eruit en laat dat op de fluit spelen, of het ritme ervan op een trom. De rest van het lied zingen. 

Je kunt niet alles tegelijk doen. Bouw rustig op of verdeel over een aantal lessen. 

1.EEN (VOGEL) MUZIEKVERHAAL OM TE SPELEN:  

Even voorstellen: 3 verschillende vogels (3 groepjes). De kinderen krijgen bij het horen van de muziek vast een voorstelling van de verschillen in vogels. ( Springerig/fluitend en vliegend/langzaam, een grote vogel) Bespreek even hun indrukken. De verschillen kunnen ze laten zien in het volgende spel.

ELKE GROEP in een hoek van het lokaal. (hun nest) Wanneer ze hun muziek horen mogen de vogels rondvliegen of eten zoeken enz. Snel terug naar je eigen plek als er een andere groep vogels (andere muziek) komt. ( Spreek af: De kinderen kunnen geen geluiden maken anders horen ze de muziek niet)

DE 2E RONDE: blijven de vogels dichter in de buurt van de andere groepen, ze zijn nieuwsgierig naar hen, maar zitten stil als hun muziek niet speelt. Vertel dat ze nu stil naar de andere vogels kijken.

DE 3E RONDE: Bij de orkestmuziek gaan alle vogels met elkaar spelen (dansen).

Tot slot: Vertel dat er een groep wegvliegt… welke? Elke groep weg naar zijn eigen plek wanneer het zijn muziek hoort. Het is stil. Iedereen slaapt.

Bronnen: Fragmenten van: A.Vivaldi/De distelvink/Fluitconcert in D/Aurele Nicolet/Universal 2003 Poulenc/Babar de kleine olifant/Orquesta Sinfonica de Tenerife/Pablo Perez/Uitg. Gottmer groep. Oborozukiyo/Teiicji Okano van de cd Japanese Melodies/Met o.a. Marc Grauwels/Naxos/1995

Disclaimer; Ik heb mijn best gedaan alle rechthebbenden te bereiken en/of te noemen in de bronnen. Mocht ik iets ten onrechte op de site gezet hebben of over het hoofd hebben gezien neem dan contact met me op. Zie het reactieformulier hieronder. (wordt niet gepubliceerd)