INHOUD: 1.Suriname: Bigi Kaiman 2.Brazilie Samba Batucada
2. BRAZILIE: SAMBA BATUCADA
Nodig: Grote en kleine trommels. Eventueel: claves(stokjes), woodblock, bellen, fluitje.
Ritmes uit Afrika en Zuid Amerika vullen elkaar vaak aan. De een kan niet zonder de ander. Met elkaar kun je dan een simpel of gecompliceerd ritmisch stuk maken.
OPDRACHT: 1.met z’n tweeën maken de kinderen 1 ritme van 4 tellen. 2 tellen voor het ene en 2 tellen voor het andere kind. Herhalen.
2. Een speler (e.v. leerkracht) op een grote trom geeft nu het tempo aan. Een duidelijke tel (hartslag). Daar overheen speelt een tweetal zijn ritme. Blijven herhalen tot je echt samen-speelt.
3. Wissel af met andere groepjes. Gaat dit goed, speel dan samen met meerdere groepjes tegelijk. Iedereen richt zich op de grote trom die het tempo/tel aangeeft. De trom heeft de functie van dirigent.
4.Met een grotere groep kun je met zijn allen op stokjes een (afgesproken) ritme spelen. Daaronder een simpel basisritme (of tel) op een zware trom, er bovenuit speelt iemand met een hoog, hard klinkend instrument een solo, zijn eigen ritme. Solisten kun je afwisselen. Herhalen tot iedereen er “in” zit.
Slagwerkles
Hoe doen deze Brazilianen het toch?
1.SURINAME
LIEDJE: Bigi kaiman (Traditioneel)
Bigi Kaiman gezongen door groep Bordeaux. (te vinden in Eigenwijs)
AANLEREN: Zing het lied een paar keer voor, de groep luistert!! Kent iemand de tekst? Vertel over de grote krokodil die in het water springt en tjoewe tjoewe roept.
TEKST: Besteed eerst aandacht aan de tekst en uitspraak van de tekst.
(1)Bigi kaiman bigi kaiman bigi kaiman djomp a liba bari tjoewe tjoewe. (2) A bari tjoewe tjoewe a bari tjoewa tjoewe (3) Bigi kaiman djomp a liba bari tjoew tjoewe
TOONOVERNAME: op “Bigi kai” dit kleine beginnetje een paar keer herhalen op de juiste 3 tonen. Zo begint straks (bijna) iedereen op dezelfde toon.
Leer de eerste zin aan en zing zelf verder. Daarna de laatste zin met ongeveer dezelfde tekst. Gaat dit goed zing het hele lied met de groep.
SOLO/ALLEN: Bij dit lied kun je solozang afwisselen met groepszang. Bijvoorbeeld: Een solist begint met de eerste zin en de groep “antwoordt’ met de rest van het lied. Opnieuw solo (andere solist) en de groep antwoordt.
BEGELEIDING: Vraag welk instrumenten goed bij dit lied passen. Zoek 3 verschillende klankkleuren uit. Bijvoorbeeld: Sambaballen, houten tik instr. en een trom.
Ook hier kan er eerst solo gespeeld worden en dan met alle instrumenten.
RITME: Sambaballen: de tel (1,2,3,4) Houten tik: simpel ritme van 4 tellen blijven herhalen. (b.v Bigi Kai- Bigi Kai-) Trom: Passend ritme verzinnen
Disclaimer; Ik heb mijn best gedaan alle rechthebbenden te bereiken en/of te noemen in de bronnen. De inhoud is nadrukkelijk niet commercieel bedoeld. Mocht ik iets ten onrechte op de site gezet hebben of over het hoofd hebben gezien neem dan contact met me op. Zie reactieformulier hieronder. (wordt niet gepubliceerd)