MUZIEKWERKPLAATS BB en GEHOOR

INHOUD: A. DE MUZIEKWERKPLAATS voor kleine groepjes en een grote groep nr.1-7, 8. Griezelen 

B. HET GEHOOR 1. Groepsactiviteit 2. Bloemkoolsamba

 

B: HET GEHOOR. Alles wat we met muziek doen doet een beroep op het gehoor, op bewust luisteren en onderscheiden en herkennen. Hierbij enkele voorbeelden van activiteiten die alleen maar lukken als er goed geluisterd wordt naar elkaar. 

fullsizeoutput_56b

1.GROEPSACTIVITEIT Voordat we het “Drumstel” doen gaan we eerst oefenen met naar elkaar luisteren.

Bijvoorbeeld: DE TEL KLAPPEN in een 4 kwarts maat: d.w.z. 1,2,3,4   1,2,3,4, enz. De 1 krijgt een lichte nadruk. Maak een kring, dat werkt het beste. De tellen worden “verdeeld” geklapt. Elk kind klapt 1 tel van de 4, maar wel om de beurt. Even erin komen en doorgaan tot het goed klinkt. Dit is best wel lastig, vergt veel concentratie. Je kunt ook met 2 tellen per persoon beginnen, dat maakt het wat overzichtelijker. En vooral langzaam beginnen! 

Uitbreiden met een eenvoudig ritme klappen verdeeld over de groep. (Voorbeeld)  vader-jacob-tellen Is het ritme nog te herkennen? Oefenen helpt. 

images
DRUMSTEL Wij gaan het ritme van een drumstel nadoen met de groep. De kinderen verdeel je in 3 ritme groepen. (Tel/Accenten/Basisritme)

1e groep: De basis is altijd de tel: *1,2,3,4, 1,2,3,4 enz. Alsmaar door. (=hi hat) Met de achterkant van een potlood, zachtjes en gelijk!

2e groep: klapt op de 2 en 4e tel. (=kleine trom)

3e groep: Een zwaar geluid op de 1- en 3, 4, stamp op de grond of klap op de tafel. (=basedrum) Goed oefenen in gelijk spelen!!

drumstel

Bouw het ritme rustig op: eerst zachte potloodtikken als basis (de tel) dan de accenten op de 2 en 4 . Wanneer dat gelijk gaat de basedrum op de 1(2) en 3,4 . (Blijf tot 4 tellen, geef de 1 een iets hardere klank, zo weet je waar je bent en kan de basedrum op het juiste moment invallen).

SOLO: Gaat dit goed geef dan een kind een jembe of trom of claves (goed klinkende stokjes) en laat het kind solo’s spelen boven dit basisritme. Het moet wel in de maat blijven spelen! De solist kan simpel beginnen, met de tel bijvoorbeeld. Daarna ritmes erdoorheen proberen te spelen. Is best nog moeilijk voor een solist. 

* De meeste drummers doen er nog een tikje tussen op de hi hats, 1e 2e 3e 4e Maar in de grote groep houden we het simpel en helder, 1,2,3,4

Dit filmpje is niet om mensen te ontmoedigen , maar wel geweldig om te zien !!

2. BLOEMKOOLSAMBA. Luister eerst wat er gebeurt. Stel vragen over de woorden die genoemd worden. Welke ritmes worden gebruikt. Deze woorden apart oefenen. Nogmaals luisteren. Rollen verdelen. Misschien eerst een klein groepje . Wie doet bloemkool enz. Met de video meedoen. Daarna met de hele groep. Lukt het ook al zonder de video?

RITME VARIATIE: In plaats van te zingen kies je een paar woorden uit om het ritme van te spelen.  

Begin met het simpelste ritme, bloemkool, en speel het heel gelijk(!) met veel kinderen. ( klap stamp bv.) Dit is de basis waar de andere kinderen op moeten letten en waar ze een ander ritme doorheen kunnen spelen op een instrument. Door een andere klank te gebruiken wordt het nieuwe ritme herkenbaar. Doe de andere ritmes met minder kinderen, zodat het verschil in klank en ritme goed te horen is. 

OPBOUW: Bouw het rustig op: eerst 1 ritme dan een 2e erdoorheen. Pas als het goed klinkt het 3e ritme erdoorheen enz. Misschien zijn 3 ritmes(woorden) al genoeg. Later kun je het altijd nog moeilijker maken. 

 

A. IN DE MUZIEKWERKPLAATS (in een leeg lokaal of speellokaal) onderzoeken en improviseren kinderen in kleine groepjes van 8-12 kinderen muziek naar aanleiding van een lied of een thema. Voorwaarde is :goed luisteren naar elkaar en bewust worden van geluid/ritme/melodie. Dus: leren onderscheiden! Duur: ongeveer 45 minuten.

ALTERNATIEF VOOR IN DE KLAS met de hele groep: De inleiding van de opdracht kun je aan de hele groep geven. Duur ong. 10 minuten. Muziekvoorbeelden laten horen, vragen stellen, even proberen hoe iets zou klinken, wat je zou kunnen doen. 

Daarna kun je zelf een geschikt moment kiezen om kinderen te laten oefenen. Je geeft 2 of 3 kinderen de opdracht om te oefenen op een aparte plek waar ze anderen niet storen (buiten de klas) in ongeveer 15 minuten. Daarna laten ze het resultaat horen aan de groep.

  • Werkwijze: Impressie van de muziek of het lied en ’n kort gesprek/Instructie 
  • Oefenen in groepjes van 2-4 kinderen.
  • Aan elkaar de muziek laten horen en feedback geven aan elkaar.

cat_band

INHOUD MUZIEKWERKPLAATS: 1.Een begeleiding 2. Eigen lied 3. De Samba 4. Jump down 5. De werkweek 6. Afval 7. Herfst 8. Griezelen

8. GRIEZELEN (met de hele groep)

fullsizeoutput_2d5

8. NEEM ALS UITGANGSPUNT een griezellied bijvoorbeeld het KvK lied of een ander, zie Eigenwijs. Aanleren en zingen. 

1.GESPREKJE over griezelen, bang zijn. Wat is eng voor jou? Wanneer ben je bang? Horen er geluiden bij? enz. 2. ONDERZOEKEN Met elkaar enge geluiden verzinnen, onderzoeken, gebruik je stem, handen/voeten, divers materiaal of muziekinstrumenten. 

GROEPJES vormen en elk groepje maakt een plan om met de geluiden een muziekstukje te maken. Passend bij een lied of e.v. een hoorspel. (Kan alleen als plan. Uitvoeren op instr. komt later. Dit i.v.m. geluidsoverlast) 

UITVOEREN: Kinderen kiezen de materialen/instrumenten en voeren hun muziekstukje uit. Bespreken: Wat gebeurde er? Wat hoorde je? enz. Welke stukjes zijn geschikt als voorspel/tussenspel bij het Griezellied? (kan niet als je meezingt met de KvK clip)

Heb je genoeg tijd dan kunnen groepjes een hoorspel of toneelstuk schrijven waarbij hun geluiden goed passen. (de geluiden kun je opnemen..)

7.HERFST 

LUISTEROPDRACHT:

INLEIDING: Bespreek van te voren dat de kinderen gaan luisteren naar wat er gebeurt in de muziek. Zodat je geen discussie gaat krijgen over mooi en lelijk. Daar gaat het niet om. WAT HOOR JE? en WAT WIL DE COMPONIST VERTELLEN dat wil je weten. Laat een deel van het stuk horen. Niet te lang, maar genoeg om een indruk te krijgen en om de concentratie in de groep te houden. 

Wat hoorden de kinderen? Daar kunnen heel veel verschillende antwoorden op komen. Dat is prima. En ook interessant om te horen. En belangrijk dat elk kind gehoord wordt! Want: hoe ervaren diverse kinderen deze muziek? 

In dit geval is de titel Herfst in Warschau. Vertel het de groep. (de componist bedacht bij de piano etudes vaak pas na het componeren welke titel hij eraan wilde geven!)

Laat nog een keer hetzelfde stukje van de muziek horen, misschien wat langer.  Vraag of de kinderen konden horen hoe de componist de herfst uitbeeldt in de muziek. Hier kunnen weer verschillende antwoorden op komen. (Toon voor toon, langzaam of stiltes tussendoor. Sneller worden, enz….of ik zie bladeren vallen, eerst langzaam dan snel, of het is dreigende muziek, het is koud ….mensen lopen snel naar huis…..enz)

Je kunt samenvatten wat de kinderen gehoord hebben en zo de structuur/opbouw  van het stuk benoemen. Dan eventueel nog een keer laten horen.

OPDRACHT:

Maak in een groepje van 2-4 kinderen muziek over de herfst. Maak eerst kort een plan. (waar gaat het over, welke instrumenten, waar begin je mee, speel je om de beurt of samen enz. ) Laat het e.v aan de leerkracht zien. En ga dan oefenen. Misschien verandert het plan na het oefenen dat kan heel goed.

EVALUATIE laat de stukken aan elkaar horen. Kun je horen wat elk  groepje wilde vertellen?

6. MUZIEK OP AFVAL. ALS INLEIDING op de muziekwerkplaats had ik met de hele groep een gesprek over afval (milieu en afval, het kosmisch thema op dat moment). Kunnen we daar in de muziekles ook wat mee? Ik schreef op wat ze vertelden: Sorteren op materiaal (hout, ijzer, karton, plactic..) Ritmes spelen. Geluiden proberen, sfeer. Hoge en lage tonen. 

Tot slot liet ik het onderstaande filmpje zien. Tot mijn verbazing kenden ze de Vuilnismannen al van een schoolvoorstelling. Des te beter.

O ja en ook Han Bennink die drumt op Kaas. Als het toch om klank gaat!

1.In de muziekwerkplaats (9 kinderen) gingen de kinderen eerst 10 minuten. experimenteren. 2.Daarna nog 15 minuten om een orkestje te vormen en te spelen/improviseren o.l.v. van mij.

TIP: speel niet allemaal tegelijk. Bouw het rustig op. Stop soms om te luisteren naar de ander.

Groep Oranje zoekt geluiden

Het afval orkestje van groep Bordeaux 

De afvalband van groep Rood 

 

5.WERKWEEK

Travel_backpacks

OPDRACHT: Maak muziek met als onderwerp Spannend of de Natuur naar aanleiding van de werkweek in Limburg.

Een spannend hoorspel door: Diede, Lena en Murteza Groep Oranje

 Spannend, door Isa, Mats en Esmee

DetectiveSilhoette

 

Spannend, door Annabel en Joey

In de natuur, door Halima en Leyla

1288803455

 

De kompastocht, door Rosa en Alexandra

De bonte avond, door Ruben en Tycho

Stropers in het veld door Jorn en Finn

 

4. JUMP DOWN

OPDRACHT: Speel het lied Jump down op een melodie instrument. (xylofoon, piano of keyboard)

Groep Oranje, Diede, Lena en Sterre spelen Jump down

3. DE SAMBA Met 8 kinderen de Samba spelen. We bouwen met elkaar het muziekstuk op. De basedrum begint. Dan volgen de ritmes. Een break in het midden, waarin we allemaal een solist beantwoorden.

whistle

Groep Rood 1 speelt.

Groep Oranje 1 speelt

 

 

 

images

2.EIGEN LIED: Bewegen, springen, lachen

 

Tekst en muziek: Ida Isa en Ezra. Naar aanleiding van het muziekfeest op school maakten deze meisjes het volgende lied. De kinderen begeleiden zichzelf.

teclado

1.OPDRACHT: Maak een eenvoudige begeleiding met slagwerk en keyboard. Gebruik een simpel basisritme voor het slagwerk en een simpele basismelodie voor het keyboard. Gebruik herhaling.

 

6 kinderen uit de groep Rood (BB) maakten een begeleiding

images

Lilian,Rosa en Natasja uit groep Bordeaux (BB) maakten deze song

 

Ruben, Lucas en Finn uit Bordeaux maakten deze begeleiding

Plaats een reactie